Het Centenblaadje en het Centenschijfje 2000: waar blijven ze?
De overheid werkt met de centen van de burger. Daarom vind ik het heel belangrijk dat die burger weet waarvoor zijn centen gebruikt worden. Daarom ben ik, toen ik minister van Financiën en Begroting was, begonnen met het uitgeven van het "Centenblaadje". Hierin werd op een heel bevattelijke manier elk jaar de Vlaamse begroting voorgesteld. Enkele jaren geleden kwam er een virtueel broertje bij: het Centenschijfje. Met deze CD-Rom kon de Vlaming in de stoel van de minister van Financiën en Begroting gaan zitten en kijken wat de effecten (werkloosheid, milieu, populariteit, ...) van de genomen beslissingen zijn.
De nieuwe paarsgroengele regering is, naar eigen zeggen, een hevig voorstander van goede communicatie met de burger. Ik ging er dan ook vanuit dat ook voor de begroting 2000 een Centenblaadje en een Centenschijfje zal worden uitgegeven. Ik stelde hierover een parlementaire vraag aan mijn opvolger, Patrick Dewael. Het antwoord vindt u hieronder.
Na het lezen van dit antwoord blijf ik zitten met een wrang gevoel. Het Centenschijfje is een CD-Rom en het is verstandig dat men denkt aan een opvolger "online". Maar waarom wachten tot de begroting 2001? Waarom in tussentijd dan niet doorgaan met het Centenschijfje? En dat "zakboekje", als opvolger van het "Centenblaadje": hopelijk krijgen we het nog te zien vóór het begrotingsjaar voorbij is. Of zou het voor de nieuwe regering een beetje vervelend zijn om een begroting 2000 voor te stellen waar niets nieuws in staat?
***
Antwoord op de schriftelijke vraag nr. 40 van 4 januari 2000 van mevrouw Wivina Demeester-De Meyer.
In het kader van het voortzetten van de informatiecampagne rond financiën en begroting, wordt momenteel onderzocht welke "technologische" mogelijkheden er zijn voor de Vlaamse regering om een keuze te maken bij het al dan niet voortzetten of het kiezen voor alternatieve oplossingen in het verspreiden van een centenblaadje en/of centenschijfje.
Deze nieuwe informatiecampagne zal in elk geval kaderen in de tweede beleidsdoelstelling die onlangs verwoord werd in de beleidsnota financiën en begroting, nl. het verhogen bij de burger van de graad van aanvaarding van het fiscale beleid.
Fiscale maatregelen kunnen maar effect sorteren wanneer ze door de belastingplichtige geaccepteerd worden en ze hem niet aanzetten tot een ontduikings- of ontwijkingsgedrag. Dit laatste zou immer meebrengen dat de opbrengsten dalen, waardoor de realisatie van belangrijker beleidsopties in het gedrang kan gebracht worden.
De graad van aanvaarding van belastingen wordt door verschillende factoren bepaald.
Daarbij staat het aantonen van de zinvolheid van de belastingen, of beter gezegd het duidelijk maken van de burger van deze zinvolheid (zonder dat men aan elke belasting op zich een bepaalde bestemming gaat koppelen, wat te ver zou gaan) centraal. De burger mag niet de indruk krijgen dat hij simpelweg aan "de staat", "de overheid" of aan "de politiek" betaalt, maar dat hij bijdraagt tot de realisatie van acties waarvan hijzelf onmiddellijk nut ervaart: onderwijs , cultuur, gezondheidszorg, welzijnsvoorzieningen, rustoorden, huisvesting, wegen en waterwegen, openbaar vervoer, steun aan de economie, werkgelegenheidsimpulsen, enzovoort. Het is dus belangrijk dat de burger via de communicatiecampagnes geïnformeerd wordt over de aanwending van zijn belastinggelden en over het maatschappelijk nut hiervan.
In het kader hiervan wordt, als opvolger voor het waardevolle "Centenblaadje", momenteel gedacht aan de uitgave van een "zakboekje", waarin grotendeels de informatie uit het centenblaadje zal overgenomen worden, weliswaar geactualiseerd en met aandacht voor de belangrijkste economische en financiële kengetallen in Vlaanderen. Dit zakboekje zou een interactieve aanvulling kunnen krijgen via het internet, waar deze informatie op een meer uitgebreide en up-to-date manier, met verschillende zoek- en rapporteringsmogelijkheden, zou beschikbaar gesteld kunnen worden, gekoppeld aan interessante verwijzingen naar andere relevante internetadressen.
Nu het internet in deze maatschappij steeds belangrijker wordt, wordt momenteel in de aanzet van een opvolger voor het "Centenschijfje", waar men een speler spelenderwijs, interactief en fictief kennis laat maken met de bevoegdheden en beslissingsproblematiek van de minister van Financiën en Begroting, onderzocht welke de mogelijkheden en de toegevoegde waarde van het internet zouden kunnen zijn.
Rekening houdend met de timing en beschikbare internet-bandbreedte voor de doorsnee gebruiker, dient er geanalyseerd te worden in hoeverre het "nieuwe Centenschijfje 2001" via het internet gespeeld zou kunnen worden.
De implementatie zal voorafgegaan worden door een onderzoek bij de gebruikers van het huidige Centenschijfje en zal resulteren in een nieuw "interactief" spel in de loop van het jaar 2001.
In concreto zal er in de loop van de komende maanden een "zakboekje" uitgegeven worden in een oplage die in de lijn ligt van wat in het verleden werd verdeeld.
Een digitale versie komt er, na een diepgaand onderzoek, vanaf de begroting 2001.