2. De digitale communicatierevolutie
3. Voorbeelden van initiatieven in andere gemeenten
De
communicatie dient daarbij in een aantrekkelijk kader aangeboden worden, zodat
de drempel om te communiceren verlaagd wordt.
De
overheid moet er echter op toezien dat alle mensen de kans krijgen om
aansluiting te vinden op het net, zodat er geen « informatie- en
communicatiekloof » ontstaat tussen internet-abonnees en « cyber-analfabeten ».
v
Anderzijds
dient de overheid stimulerend op te treden, en de « internet-snelweg »
toegankelijk te maken voor iedereen.
3.1. Officiële
gemeentelijke webstekken
www.brasschaat.be
met ongeveer 50 bezoekers/dag ;
www.wuustwezel.be
met ongeveer 20 bezoekers/dag ;
www.brecht.be
met ongeveer 40 bezoekers/dag.
Voorbeelden
van andere goede webstekken zijn :
Deze
laatste, de « Digitale Metropool Antwerpen », is van een uitstekend
gehalte. Ruim 3000 bezoekers per dag consulteren deze webstek, met o.a. een
databank met alle (publieke) gemeenteraads-, college- en
districtsraadsbesluiten, en een discussieforum dat gebruikt kan worden voor
inspraak en overleg met de bewoners.
3.2. Aansluiting
op de internet-snelweg
De
overheid moet inspanningen doen opdat zoveel mogelijk inwoners toegang krijgen
tot de internet-snelweg. De gemeenten zijn hiervoor goed geplaatst.
Aansluitend
aan een officiële gemeentelijke webstek, kan het initiatief ontplooid worden om
de inwoners een eigen e-postadres[5] en internettoegang te
verschaffen. Zodoende wordt een echte « e-gemeente » uitgebouwd.
Enkele
gemeenten zijn reeds deze richting uitgegaan.
Op
infozuilen in de gemeentehuizen of andere openbare gebouwen krijgt men toegang
tot het internet. De bibliotheek is hiervoor uiteraard een draaischijf.
Naast
een officiële gemeentelijke webstek, en de mogelijkheid om gratis of tegen lage
kosten toegang te krijgen tot het internet, dient de gemeente ook flankerende
maatregelen te treffen :
-het
aanbod ruim bekendmaken ;
-vorming
aanbieden.
Dit
laatste is niet onbelangrijk. De gemeente moet op een creatieve manier (bvb.
door samen te werken met het verenigingsleven) inspanningen leveren om zoveel
mogelijk mensen in staat te stellen om gebruik te maken van de nieuwe
communicatietechnologie. De gemeente dient hiervoor vormingsinitiatieven te
organiseren, eventueel in samenwerking met verenigingen of met een private
professionele partner.
3.3. Uitbouw van
een « e-gemeente »
Men
kan echter ook verder gaan. Enkele steden en gemeenten zijn reeds volop een
« e-gemeente » aan het uitbouwen. Dit gaat gepaard met een webstek
die « full function » wordt uitgebouwd. In zo’n geval functioneert
de webstek als openbare digitale marktplaats voor en van elke inwoner, die
bovendien terecht kan in allerlei « thematische wijken ». Alle
inwoners kunnen er gratis of voor weinig geld hun eigen webstek aanhaken en er
niet alleen met de stadsdiensten, maar ook met elkaar elektronisch communiceren[6].
Antwerpen :
In
Antwerpen zijn reeds meer dan 20.000 digitale bewoners geregistreerd. Zij hebben
een persoonlijk Antwerps e-postadres (naam@antwerpen.be). De inwoners kunnen een
gratis CD afhalen, waarmee thuis een internet-toegang kan geïnstalleerd worden.
Kampenhout :
In samenwerking met enkele bedrijven, werd een PPS-project[7] opgezet. Sinds 15 oktober ’99 is het systeem in werking.
Iedere inwoner kan gebruik maken van volgende zaken:
Gratis aansluiting op internet; gratis e-post; opleidingsmogelijkheden; uitbouw van gemeentelijke webstek; publicatie van gemeentelijke nieuwsbrieven; plaatsing van een 5-tal computers op openbare plaatsen (gratis te gebruiken door de mensen die geen computer hebben);
uitbouw digitaal loket; e-handel (bestellingen bij uw winkelier, afspraak bij kapper, tandarts ...). De kostprijs kan zeer laag gehouden worden: 185.000 fr./jaar.
Knokke-Heist :
De
gemeenteraad van Knokke-Heist heeft in januari jl. beslist om de inwoners gratis
e-post aan te bieden. Voor de gemeente kost dit niets : De
internet-provider « Tiscali.net » biedt een gratis CD-Rom aan. De
providers verdienen hun kosten terug via de telefoonkosten. De gemeente is
hierover ook nog in onderhandeling met andere providers.
4.1. « Krachtlijnen
voor de bestuursperiode 2001-2006 »
Zoals
gezegd, zijn alle overheden, op alle niveaus, bij dit onderwerp betrokken. Ook
de gemeente Zoersel dient hierin verantwoordelijkheid te nemen, en initiatieven
uit te bouwen.
In
de « Krachtlijnen voor de bestuursperiode 2001 – 2006 » staat o.a. :
« Het beleid wordt uitgebouwd met het oog op een
realistische en toekomstgerichte visie. Deze moeten door een voldoende grote
meerderheid van de bevolking worden onderschreven. Daarom wordt grote aandacht
besteed aan degelijke, doorgedreven en gerichte informatie en sensibilisering
van de bevolking.
De kwaliteit van de communicatie staat daarbij voorop. »
En
verder :
« Het bestuur zal zo spoedig mogelijk een eigen interactieve website starten. Op die manier kan de communicatie met de burger ook verlopen langs elektronische weg. Ook de verenigingen, handelszaken, bedrijven, … krijgen via deze website een handige toegangspoort. »
Dit
geeft aan dat de politieke wil bestaat om vanuit het gemeentebestuur aan te
sluiten bij de Internet-revolutie.
Op
het gebied van de « internet-snelweg » loopt onze gemeente immers
nog achter. Op www.zoersel.be
staat sinds enige tijd te lezen : « Volgend
jaar digitaal door Zoersel ? »
In
vele gemeenten worden volop inspanningen geleverd om met een webstek van start
te gaan. De VVSG stelt reeds : «We
stevenen af op een overheid met twee snelheden voor de inwoners van die steden
en gemeenten die wel over een officiële website beschikken en de andere. »[8]
Het
is dus van groot belang dat de Zoerselnaars zo spoedig mogelijk kunnen gebruik
maken van een kwaliteitsvolle officiële webstek van de gemeente. Bovendien
moeten we verder durven kijken, en werken aan de uitbouw van een echte « e-gemeente »,
in ons geval: « e-Zoersel ».
Zoals
reeds in andere gemeenten gebeurd is, kan hiervoor samengewerkt worden met
bedrijven die actief zijn in de sector (bvb. een internet-provider). Bovendien
kan bij het uitwerken van « e-Zoersel » gebruik gemaakt worden van
de know-how die ongetwijfeld bij een aantal inwoners van Zoersel aanwezig is.
Zodoende worden ook zij van bij het begin betrokken bij dit idee, en verkrijgt
« e-Zoersel » automatisch een breder draagvlak.
4.2. Actieplan
Digitaal Zoersel: Uitwerken van « E-ZOERSEL »
Gelet
op de « Krachtlijnen voor de bestuursperiode 2001-2006 », en gelet
op de voorgaande toelichting, stel ik voor dat :
q
De officiële
webstek van de gemeente Zoersel zo spoedig mogelijk op een kwaliteitsvolle
manier wordt uitgebouwd tot een « full-function » webstek ;
q
Een snel en
grondig onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheden van de uitbouw van een
« e-Zoersel », met o.m. :
·
de mogelijkheid
voor de Zoerselnaars om een eigen gratis e-postadres te gebruiken van het type
« naam@zoersel.be » ;
·
de mogelijkheid
voor de Zoerselnaars om gratis aan te sluiten op het internet ;
·
de mogelijkheid
voor de Zoerselnaars om hierover opleiding te volgen ;
5
februari 2001
* * *
[1] “e-bestuur”: dikwijls wordt voor dit begrip de Engelse term “e-government” gebruikt.
[2] “e-gemeente”: dikwijls wordt voor dit begrip de Engelse term “e-community” gebruikt.
[3] Inladen = downloaden
[4] “Digitale steden en gemeenten: missen we de boot?”, De Gemeente, augustus/september 2000, nr. 8/9, 20.
[5] E-post = e-mail
[6] STEYAERT, J. (red.), “Digitale steden en gemeenten in Vlaanderen. Een stand van zaken”, Brussel, Politeia, 1999, 14.
Het internetaanbod kent verschillende “gradaties”:
-Presence sites zijn beperkt tot één of enkele beeldschermen met rudiemntaire informatie over de betreffende gemeente of dienst;
-Een information site is een webstek waarbinnen gestreefd wordt naar een ruime publieksgericht informatie-aanbod over de werking en het aanbod van de betrokken openbare dienst. Een goede information site biedt de burger het informatieve gehalte van een klassieke gedrukte gemeentelijke informatiegids, maar een die voortdurend uitbreidbaar is en actueel gehouden wordt.
-Een full function site is een webstek van een nog hogere gradatie.
[7] PPS = “Publiek - Private Samenwerking”
[8] “Digitale steden en gemeenten: missen we de boot?”, De Gemeente, augustus/september 2000, nr. 8/9, 22.