Schriftelijke vraag aan Minister Vogels nr. 152 van 28 maart 2003

Mentaal gehandicapten die verblijven in een psychiatrische verzorgingsvoorziening.

In het verleden zijn veel personen met een mentale handicap in een psychiatrische voorziening terechtgekomen. Bij het bepalen van de urgentiecodes voor personen met een handicap op de wachtlijst kunnen zij onmogelijk urgentiegraad 1 krijgen, aangezien ze verblijven in een psychiatrische voorziening.

Toch zouden veel van deze mensen in een anderen voorziening moeten opgenomen worden. Het gaat dan om die personen met een handicap die verblijven in de psychiatrische verzorgingstehuizen met een uitdovend karakter.

  1. Is de minister op de hoogte van dit probleem?
  2. Waarom kunnen deze personen niet urgentiecode 1 krijgen op de wachtlijst?
  3. Hoeveel personen met een mentale handicap zijn geregistreerd op de wachtlijst die momenteel in een psychiatrische voorziening verblijven?
  4. Heeft de minister over dit probleem reeds overleg gepleegd met haar federale collega bevoegd voor de psychiatrische verzorgingstehuizen?
  5. Hoe pakt de minister dit probleem aan?

Antwoord van Minister Vogels:

  1. De Minister is op de hoogte van het feit dat er nog een aantal personen met een handicap verblijven in psychiatrische voorzieningen. Dit is een historisch gegeven: de uitbouw van de volwassenenzorg binnen de gahandicaptenzorg is eigenlijk een opvolging geweest van de uitstroom uit de minderjarenzorg, en situeert zich vooral vanaf de jaren tachtig. Voorheen werd er dikwijls geen onderscheid gemaakt in opvang voor psychiatrische patiënten en personen met een mentale handicap. Volgens gegevens verstrektdoor de Administratie Gezondheidszorg waren er in 1999 1052 uitdovende PVT-bedden, die vermoedelijk voor het grootste deel waren ingenomen door personen met een handicap. De meeste van hen verblijven reeds jaren in de psychiatrische voorziening. Het aantal zal ondertussen wel reeds gedaald zijn door de verdere doorstroming en overlijdens.

 

  1. Het is onjuist te stellen dat deze personen hoe dan ook geen urgentiecode 1 kunnen krijgen op de wachtlijst. Urgentiecode 1 betekent dat er onmiddellijk een opvang nodig is. Globaal genomen kan gesteld dat betrokkenen inderdaad urgentiecode 1 kunnen krijgen, indien er nood is aan een onmiddellijke overstap van de psychiatrie naar een voorziening voor gehandicapten. Aangezien een groot aantal van hen al jaren in de desbetreffende voorziening verblijven (soms 20 tot 30 jaar) is het moeilijk hen te beschouwen als personen die geen opvang hebben, en onmiddellijk een aanbod moeten krijgen vanuit de gehandicaptensector. Het feit dat het gaat om verzorgingstehuizen met een uitdovend karakter is op zich geen probleem, aangezien deze plaatsen precies pas wegvallen als de betrokkenen ofwel overlijden ofwel de betrokken verzorgingstehuizen verlaten.

 

  1. Op dit moment zijn er 184 personen met code 706 (PVT of verblijvend in een psychiatrisch verzorgingstehuis) aangemeld op de wachtlijst. Daarvan hebben er 172 een actieve vraag, naargelang hun urgentiecode verdeeld als volgt:

 

-Urgentiecode 1: 63

-Urgentiecode 2: 43

-Urgentiecode 3: 58

-Urgentiecode 4: 8

De urgentiecodes zijn een inschatting vanuit de voorziening/ Waar bij andere vragen op de wachtlijst er meestal een dringende vraag gesteld wordt vanuit de gebruikers, eventueel via of ondersteund door doorverwijzers, is het niet duidelijk in hoeverre dit bij deze doelgroep in alle gevallen teruggekoppeld is naar de gebruikers.

 

  1. Recent werd geen overleg gepleegd met de federale collega. In het verleden was er een politiek akkoord om in de psychiatrische verzorgingstehuizen extra personeel te voorzien voor de doelgroep mentaal gehandicapten, dit precies om te vermijden dat deze personen op oudere leeftijd nog zouden moeten verhuizen. Tezelfdertijd kregen deze bedden een uitdovend karakter, aangezien het niet gaat om de eigenlijke doelgroep van psychiatrie. Totnogtoe waren er geen redenen om dit akkoord in vraag te stellen.

 

  1. Op dit moment is het aantal dringend wachtenden nog zeer groot, en zou er eigenlijk voorrang moeten gegeven worden aan de wachtenden zonder enige vorm van opvang. Hierbij wil ik eraan herinneren dat één van de redenen om psychiatrische verzorgingstehuizen op te richten, juist besloten lag in de bekommernis om personen die reeds jaren binnen deze settings verblijven, niet meer te moeten dwingen tot een verhuis. In de toekomst kunnen deze personen in principe wel vragen naar opvang binnen de gehandicaptensector, maar zal er getoetst worden in hoeverre er geen andere dringendere vragen meer voorliggen, en of de vraag werkelijk gesteld wordt vanuit de betrokken individuen of hun wettelijke vertegenwoordigers. Gelet op het feit dat er binnen de psychiatrische verzorgingstehuizen daadwerkelijk maatregelen werden genomen om voor deze doelgroep een adequate opvang te voorzien, zie ik geen redenen om dit overhevelingsproces te versnellen.