VERKIEZING TRENDS CARTOON VAN HET JAAR 2003

TOESPRAAK DOOR WIVINA DEMEESTER:

 

"MODE EN CARTOONS:

ALLEBEI EXPLOSIES VAN CREATIVITEIT"

 

 

Dames en Heren,

 

Het is met schroom dat ik vanavond op de verkiezing van de Trends Cartoon van het Jaar 2003 het woord zal voeren. Met schroom omdat ik zoals vele of sommige politici een haat-liefdeverhouding heb tot cartoons, maar ook omdat ik hier spreek als voorzitter van het Flanders Fashion Institute, en er van mij verwacht wordt om de link te leggen tussen politiek, mode en cartoons.            

Ijdelheid streelt de mens. Mensen die een openbaar mandaat bekleden leven van de publieke belangstelling, zijn meestal bekommerd om hun imago, en dat geldt vandaag zeker niet meer alleen voor politici. Als het allemaal wat meevalt, en als men goed communiceert, dan kan het niet meer stuk. Als het anders is, hou uw mond en verdwijn van het toneel.             

BV’s hebben met cartoons een haat-liefdeverhouding. Als zij niet “gecartooneerd” worden, dan kwetst dat hun ijdelheid. En als zij dan wel “gecartooneerd” worden, dan is het nog maar de vraag of dat hun ijdelheid gestreeld heeft… We zouden diep in de harten van de gecartooneerden van vandaag moeten kijken om het antwoord te kennen.

Ik bewaar de beste herinneringen aan een cartoon die mij als minister van Financiën en Begroting voorstelde als “Moeder Cent”. Moeder Cent, die staat voor zuinigheid en soberheid, en eerst elke cent twee keer omdraait voor hem uit te geven. Toegegeven, deze cartoon streelde toen mijn ijdelheid. Ik weet niet of ik vandaag nog hetzelfde zou durven zeggen. De tijden zijn veranderd en de centen worden niet meer omgedraaid.    

Als ik mijn keuze zou mogen maken uit de cartoons van vanavond, zou ik kiezen voor Verhofstadt à la Di Rupo, omdat het voor mij een zeer mooi beeld is uit de politiek van vandaag, en ook voor die met Marc Coucke opgesmukt in een opvallend modetenue. Twee thema’s die mij vandaag intens bezighouden. 

Waarom ik naast de politiek, ook in de modesector ben terechtgekomen, en waarom ik vandaag voorzitter ben van het Flanders Fashion Institute? Wellicht omdat men zocht naar een goed bestuurder, die nog steeds streng omspringt met centen. Maar ook omdat ik gefascineerd ben om op zoek ten gaan naar mogelijkheden om het ongelooflijke potentieel aan creatief modetalent voor Antwerpen en Vlaanderen te valoriseren, zowel op economisch, als cultureel, toeristisch en educatief vlak.  

Mode en cartoons hebben het volgende gemeen: het zijn allebei “explosies van creativiteit”. Explosies van creativiteit, ontsproten uit het artistiek talent van ontwerpers. Mode en cartoons zijn beide ook zeer tijdsgebonden. Een cartoon heeft snel zijn actualiteit verloren, en in de mode verwacht men om de zes maanden nieuwe collecties. Maar de kunstzin van beide blijft. En de groten onder hen verliezen nooit de permanente aandacht.   

Dames en heren,

Laat me in dit verband even ingaan op de geschiedenis van de mode in Antwerpen. Hoe werd de creativiteit van de modeontwerpers ondersteund en aangewakkerd?

Toen de textielindustrie in de jaren ’70 in volle crisis verkeerde, werd op basis van een studie van het bureau McKinsey het Textielplan opgesteld, met daarin allerlei maatregelen om de sector er bovenop te helpen. McKinsey maakte een doorlichting van de sector, en gaf aan dat de sector er enkel kon doorkomen als de kledingsector zich meer zou richten op creativiteit: minder goedkope standaardproducten als simpele t-shirts, onderhemden en werkkledij, meer modieuze producten, meer exclusieve niche-producten.       

Het Textielplan richtte daarom het ITCB op, het “Instituut voor Textiel en Confectie in Belgie”, met een dienstenluik van 5,7 miljard BEF (wat vandaag 265 miljoen euro vertegenwoordigt). Dit instituut richtte zich op de promotie van meer modieuze producten, voerde de campagne “Mode, Dit is Belgisch”, en richtte de “Gouden Spoelwedstrijden” in. Deze “Gouden Spoelwedstrijden” waren ware explosies van creativiteit. Jonge Belgische mode-ontwerpers kregen er de kans om hun werk te showen, daarmee ging de bal aan het rollen. De “Zes van Antwerpen” werden geboren, veroverden Japan, Groot-Brittanië, en later Parijs en de rest van de wereld. Een dynamiek ontstond, en jaar na jaar bleef de Antwerpse Mode-Academie onder de bezielende leiding van Linda Loppa meer en meer talent afleveren.

Het Textielplan heeft de Antwerpse Mode-Academie opgemerkt, en een explosie aan creativiteit veroorzaakt, waarvan we vandaag de vruchten plukken. Vandaag is de mode een, weliswaar kleinere en strategische sector voor de Antwerpse economie. We staan nu voor de uitdaging deze strategische sector goed te omkaderen en te laten groeien, zodat ook op langere termijn de gemeenschap hieruit voordeel kan halen.

Ook in andere sectoren hebben we dringend nood aan “explosies van creativiteit”. Onze arbeidsproductiviteit is blijkbaar geen garantie meer om bedrijven in België te houden. Ford Genk was het laatste voorbeeld. Ook onze brains zijn niet meer afdoende, kijk maar naar Philips en Siemens-Atea. Om in België echter een aantal “sleutelsectoren” te houden, moeten we onze creativiteit als troef uitspelen en zoeken naar niches waarvoor geld en interesse is in Vlaanderen en in de wijde wereld. (cfr het voorbeeld van de stof van Scabal met gouddraad in verweven waarvoor niet alleen een markt is in de Arabische oliesheiklanden, maar ook in België…)

En zoals mode niet alleen een consumptieproduct is, maar ook evolueert naar een communicatiemiddel, is de cartoon een communicatiemiddel bij uitstek, allebei sterk onderbouwd door creativiteit. 

En ook met creativiteit hebben we een zekere “haat-liefdeverhouding”. Creativiteit is per definitie iets onzekers: het doorbreekt het routinematige, het doorbreekt de zekerheid van steeds dezelfde handelingen te verrichten. Creativiteit is niet zozeer een “kunde”, maar meer een ‘kunst”. Creativiteit in de mode. Creativiteit in cartoons. Creativiteit in de politiek. Het blijft ons fascineren en verwonderen, en ik blijf het bewonderen. We houden van creatieve dingen. Nog steeds heb ik bewondering voor de creativiteit van staatsmannen als Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene. Ai, hier toch weer die ijdelheid…of is het chauvinisme?        

Dames en heren,

Tot slot nog even terug naar het fenomeen van de mode. Een klein fenomeen is in Antwerpen groot geworden. Dertig ontwerpers hebben hun naam gekregen in het “rode boekje” van het Flanders Fashion Institute. De mode van de Antwerpse Academie is vandaag misschien geen avant-garde meer. Ze is wel nog steeds avant-gardistisch en authentiek, eerlijk en herkenbaar, en om het met de woorden van Linda Loppa te zeggen: “inspirerend en geïnspireerd, een lichaam verhullend, een lichaam aankledend, niet ontkledend”. En hier komen we dan weer terug bij de cartoon, want wat u vanavond ziet, is ook authentiek en herkenbaar, inspirerend en geïnspireerd, een lichaam verhullend en aankledend…., met dit verschil: In de cartoon wordt de mens soms ontkleed en wordt hij naakt voor het publiek geplaatst. Mode doet dat nooit!      

Wivina Demeester

13 november 2003