Van uitstel naar afstel van kinderen?
“Vrouwen moeten op vroegere leeftijd kinderen krijgen”, zegt de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, een adviesorgaan van de regering… in Nederland. ’t Zou even goed een advies kunnen zijn van een van de vele adviesorganen die Vlaanderen en België rijk zijn. Het debat in Nederland van voor en tegen is volop aan de gang. Sommigen beweren dat het falende gezinsbeleid in Nederland hiervan oorzaak is: “op dit moment ben je wel gek om vroeg kinderen te krijgen, dat kost je al snel je loopbaan” en “de geboorte van het eerste kind heeft nog steeds weinig gevolgen voor mannen; zeven op de acht werken hetzelfde aantal , uren door en negen op de tien vrouwen nemen ontslag of gaan minder werken”
Zoals
in Nederland worden ook de jonge moeders in Vlaanderen ouder en ouder en krijgen
vrouwen hun eerste kind steeds op latere leeftijd. Misschien is ook hier in
Vlaanderen eenzelfde campagne op zijn plaats, goed wetende dat we een beter
georganiseerde kinderopvang hebben. Uit het rapport van 2006 van de studiedienst
van de Vlaamse Regering ‘Bevolkingsprojecties 2004-2025 van het Vlaamse
gewest’ van Paul Willems blijkt echter dat ook in Vlaanderen het gemiddeld
aantal kinderen per generatie, of wat men de intensiteit van de vruchtbaarheid
noemt, gedaald is. De generatie van 1950-1955 had nog gemiddeld 13,3 kinderen
per 100 vrouwen aan de leeftijd van 22 jaar en 5,8 kinderen aan de leeftijd van
32; de generatie van 1970-1973 heeft gemiddeld maar 5,3 kinderen meer per 100
vrouwen aan de leeftijd van 22 en 10,3 kinderen aan de leeftijd van 32. Als
sinds 2000 het vruchtbaarheidscijfer iets is gestegen dan is dat als gevolg van
het uitstel- en inhaalgedrag bij de jongste generatie vrouwen. 'Het
uitstellen van de zwangerschap na de leeftijd van 30 jaar voorspelt weinig goeds
voor de vruchtbaarheidscijfers!', aldus nog hetzelfde rapport. Misschien kunnen
we er vandaag nog iets aan doen om Nederland
niet in te halen.
Voor
de generatie 1940-1945, waartoe wij behoren, werden nog geen of veel minder
statistieken bijgehouden. Ik was 23 en hoogzwanger toen ik in het laatste jaar
aan de universiteit mijn thesis verdedigde. Mijn oudste zoon, nu bijna veertig, werd
geboren toen ik net afgestudeerde
als landbouwkundig ingenieur.
Vandaag
krijgt bijna de helft van de vrouwen in Nederland, iets minder in Vlaanderen,
pas na het dertigste levensjaar een eerste kind. Risico’s op een miskraam, op
een verminderde vruchtbaarheid en op een syndroom van Down worden groter.
Enkele
jaren geleden vroeg een jonge afgestudeerde economiste mij
“hoe heb je het toch voor elkaar gekregen, 4 kinderen op jonge leeftijd
- ik was geen dertig toen we 4 kinderen hadden - beiden hard gewerkt en carričre
gemaakt”. Ik moest eerlijk bekennen dat het niet van zelfsprekend was het
recept daarvoor uit te schrijven. Maar wij wilden het en toen wij 2 kinderen
hadden en ik solliciteerde bij een
groot farmaceutisch bedrijf, kreeg ik ook nog te horen dat ik misschien de beste
was, maar dat ik gezien wij nog 2 kinderen wilden niet geschikt was voor de job.
Ik was diep gekrenkt, stapte op en putte daaruit nog meer kracht om te doen wat
ik wou doen: een gezin te combineren met een job. En dan doet het deugd dat er
Wijze Adviesraden zijn die jonge mensen vandaag aanzetten om vroeger aan
kinderen te beginnen en regeringen aanmanen om hiervoor maatregelen te treffen.
Betere en meer kinderopvang, niet alleen aan de universiteit, maar ook in
bedrijven is een absolute noodzaak. Het is dan onbegrijpelijk dat bij ons
Minister Reynders plots de uitbaatsters van zelfstandige kindercrčches extra
gaat belasten en daarmee de beperkte subsidies die ze al jaren van Kind en Gezin
krijgen voor een groot deel teniet doen.
Ouders
hebben jonge kinderen, kinderen hebben jonge ouders, kleinkinderen hebben jonge
oma’s en opa’s. Die van rond de zestig kunnen nog van alles met de
kleinkinderen doen; na zeventig wordt dat allicht iets moeilijker. En vroeg
kinderen krijgen, hoeft geen rem te zijn op de carričre. Met de nodige opvang
natuurlijk en een helpende hand van …wie weet , een gepensioneerde en nog kwieke grootoma of grootopa.
Een carričre bouw je langzaam op en dat kan ook perfect na je dertigste.
Zeker als mannen ook vaders willen zijn en ook hun job willen combineren met hun
gezin, want dat is zeker een deel van het geheim.
Niet
dat je geen kinderen meer kan hebben na je dertigste, je kan daarvoor kiezen ,
maar het kan best leuk zijn om jong ouder te zijn.