ACTIEPLAN «e–ZOERSEL»

  1. Inleiding:een nieuwe relatie vraagt andere vormen van communicatie

  2. De digitale communicatierevolutie

  3. Voorbeelden van initiatieven in andere gemeenten

  4. Toepassing in Zoersel

 

1. Inleiding : Een nieuwe relatie vraagt andere vormen van communicatie

  1.1. Nood aan permanente communicatie

  Reeds langer dan vandaag treden er belangrijke wijzigingen op in het politiek landschap. Vele van deze wijzigingen hebben te maken met een veranderende relatie tussen « de mensen en hun vertegenwoordigers », m.a.w. tussen de burger en de politiek, of tussen de inwoners en haar bestuurders. Deze wijziging doet zich voor op alle niveaus, ook op het gemeentelijke niveau.

  Over de nieuwe relatie tussen burger en bestuur zijn reeds vele studies verschenen. Elk refereren zij naar termen als « mondigheid van de burger », « klantgerichtheid », « participatie », enzv.

  Duidelijk is dat de overheid hierop moet inspelen. Een informatiebeleid moest uitgebouwd worden, en intussen moest dit informatiebeleid reeds geëvolueerd zijn naar een communicatiebeleid. De politiek moet permanent communiceren met de burgers. Op die manier creëert men een stevig democratisch draagvlak.

  1.2. Nood aan een kwaliteitsvolle communicatie

  Om te communiceren moeten de communicatoren voor elkaar verstaanbaar zijn. Men moet dezelfde taal spreken (en begrijpen). Vanuit de overheid moet daarom een belangrijke inspanning worden geleverd om het veelal technische jargon te vertalen naar de taal die verstaanbaar is voor de mensen.

De communicatie dient daarbij in een aantrekkelijk kader aangeboden worden, zodat de drempel om te communiceren verlaagd wordt.  

  2. De digitale communicatierevolutie

  2.1. Mogelijkheden van het Internet

  De « digitale communicatie » heeft sinds enkele jaren, op een erg snelle manier, zijn intrede gedaan. Het Internet makt het mogelijk om op een snelle en erg toegankelijke wijze met elkaar in contact te komen. De eerste « digitale stad on-line » in België kwam in 1995 tot stand.

  De (gemeentelijke) overheid kan aldus een « e-bestuur »[1] uitbouwen, of nog ruimer: een « e-gemeente »[2].

  De burgers kunnen zich informeren over allerlei praktische zaken (openingsuren, wachtdiensten, informatie over infrastructuurwerken, enzv.) In plaats van naar het gemeentehuis te moeten komen om een formulier af te halen, kan de burger via het « digitaal loket » op de gemeentelijke webstek een formulier inladen[3], invullen en terugsturen (bv. voor kapmachtiging, subsidiereglementen, enzv.).

  Een aantal doelgroepen (bv. jongeren, KMO’s, toeristen, enz.) kunnen op de webstek specifieke informatie terugvinden.

  De overheid kan op een nog efficiëntere manier de inwoners betrekken bij het beleid, door hen bvb. een discussieforum aan te bieden over aspecten van het gemeentelijk beleid. Op een aantal domeinen wordt zodoende de « participatieve » democratie in praktijk gebracht.

 

2.2. Aansluiting voor iedereen

  De welvaart van een regio en het welzijn van haar mensen heeft baat bij een ontwikkeling waarbij zoveel mogelijk mensen aansluiting vinden bij het nieuwe communicatiemedium.

  In sneltreinvaart vragen mensen een aansluiting aan op het internet.

De overheid moet er echter op toezien dat alle mensen de kans krijgen om aansluiting te vinden op het net, zodat er geen « informatie- en communicatiekloof » ontstaat tussen internet-abonnees en « cyber-analfabeten ».

  2.3. Samengevat: Opdracht voor de gemeenten

  De overheid dient dus vanuit twee invalshoeken in te spelen op de internet-revolutie:

  v     Enerzijds dient de overheid gebruik te maken van de mogelijkheden die het internet biedt, om een « e-bestuur » (of « e-gemeente ») uit te bouwen en tot een volwaardige permanente en kwaliteitsvolle communicatie te komen met de bevolking

v     Anderzijds dient de overheid stimulerend op te treden, en de « internet-snelweg » toegankelijk te maken voor iedereen.         

  3. Voorbeelden van initiatieven in andere gemeenten

 

3.1. Officiële gemeentelijke webstekken

  Volgens een studie van Jo Steyaert, een onderzoeker verbonden aan het Departement Communicatiewetenschappen van de KU Leuven, hebben ongeveer 140 steden en gemeenten in Vlaanderen en Brussel (42%) een eigen officiële webstek[4]. Gemeten naar kwaliteit, wordt echter opgemerkt dat slechts 13 steden en gemeenten een goed uitgebouwde webstek (met « full function », d.w.z. informatie, electronische dienstverlening en mogelijkheden van participatie) aanbieden.

  Verschillende gemeenten in de streek zijn al ver gevorderd. Enkele voorbeelden:

 

www.brasschaat.be met ongeveer 50 bezoekers/dag ;

www.wuustwezel.be met ongeveer 20 bezoekers/dag ;

www.brecht.be met ongeveer 40 bezoekers/dag.

 

Voorbeelden van andere goede webstekken zijn :

www.kampenhout.be

www.sint-niklaas.be

www.dma.be

 

Deze laatste, de « Digitale Metropool Antwerpen », is van een uitstekend gehalte. Ruim 3000 bezoekers per dag consulteren deze webstek, met o.a. een databank met alle (publieke) gemeenteraads-, college- en districtsraadsbesluiten, en een discussieforum dat gebruikt kan worden voor inspraak en overleg met de bewoners.

 

3.2. Aansluiting op de internet-snelweg

 

De overheid moet inspanningen doen opdat zoveel mogelijk inwoners toegang krijgen tot de internet-snelweg. De gemeenten zijn hiervoor goed geplaatst.

 

Aansluitend aan een officiële gemeentelijke webstek, kan het initiatief ontplooid worden om de inwoners een eigen e-postadres[5] en internettoegang te verschaffen. Zodoende wordt een echte « e-gemeente » uitgebouwd.

 

Enkele gemeenten zijn reeds deze richting uitgegaan.

 

Op infozuilen in de gemeentehuizen of andere openbare gebouwen krijgt men toegang tot het internet. De bibliotheek is hiervoor uiteraard een draaischijf.

 

Naast een officiële gemeentelijke webstek, en de mogelijkheid om gratis of tegen lage kosten toegang te krijgen tot het internet, dient de gemeente ook flankerende maatregelen te treffen :

-het aanbod ruim bekendmaken ;

-vorming aanbieden.

 

Dit laatste is niet onbelangrijk. De gemeente moet op een creatieve manier (bvb. door samen te werken met het verenigingsleven) inspanningen leveren om zoveel mogelijk mensen in staat te stellen om gebruik te maken van de nieuwe communicatietechnologie. De gemeente dient hiervoor vormingsinitiatieven te organiseren, eventueel in samenwerking met verenigingen of met een private professionele partner.               

 

3.3. Uitbouw van een « e-gemeente »

 

Men kan echter ook verder gaan. Enkele steden en gemeenten zijn reeds volop een « e-gemeente » aan het uitbouwen. Dit gaat gepaard met een webstek die « full function » wordt uitgebouwd. In zo’n geval functioneert de webstek als openbare digitale marktplaats voor en van elke inwoner, die bovendien terecht kan in allerlei « thematische wijken ». Alle inwoners kunnen er gratis of voor weinig geld hun eigen webstek aanhaken en er niet alleen met de stadsdiensten, maar ook met elkaar elektronisch communiceren[6].  

 

Antwerpen :

In Antwerpen zijn reeds meer dan 20.000 digitale bewoners geregistreerd. Zij hebben een persoonlijk Antwerps e-postadres (naam@antwerpen.be). De inwoners kunnen een gratis CD afhalen, waarmee thuis een internet-toegang kan geïnstalleerd worden.

 

Kampenhout :

In samenwerking met enkele bedrijven, werd een PPS-project[7] opgezet. Sinds 15 oktober ’99 is het systeem in werking.

Iedere inwoner kan gebruik maken van volgende zaken:

Gratis aansluiting op internet; gratis e-post; opleidingsmogelijkheden; uitbouw van gemeentelijke webstek; publicatie van gemeentelijke nieuwsbrieven; plaatsing van een 5-tal computers op openbare plaatsen (gratis te gebruiken door de mensen die geen computer hebben);

uitbouw digitaal loket; e-handel (bestellingen bij uw winkelier, afspraak bij kapper, tandarts ...). De kostprijs kan zeer laag gehouden worden: 185.000 fr./jaar.

 

Knokke-Heist :

De gemeenteraad van Knokke-Heist heeft in januari jl. beslist om de inwoners gratis e-post aan te bieden. Voor de gemeente kost dit niets : De internet-provider « Tiscali.net » biedt een gratis CD-Rom aan. De providers verdienen hun kosten terug via de telefoonkosten. De gemeente is hierover ook nog in onderhandeling met andere providers.     

 

 

4. Toepassing in Zoersel

 

4.1. « Krachtlijnen voor de bestuursperiode 2001-2006 »

 

Zoals gezegd, zijn alle overheden, op alle niveaus, bij dit onderwerp betrokken. Ook de gemeente Zoersel dient hierin verantwoordelijkheid te nemen, en initiatieven uit te bouwen.

 

In de « Krachtlijnen voor de bestuursperiode 2001 – 2006 » staat o.a. :

 

« Het beleid wordt uitgebouwd met het oog op een realistische en toekomstgerichte visie. Deze moeten door een voldoende grote meerderheid van de bevolking worden onderschreven. Daarom wordt grote aandacht besteed aan degelijke, doorgedreven en gerichte informatie en sensibilisering van de bevolking.

De kwaliteit van de communicatie staat daarbij voorop. »

 

En verder :

 

« Het bestuur zal zo spoedig mogelijk een eigen interactieve website starten. Op die manier kan de communicatie met de burger ook verlopen langs elektronische weg. Ook de verenigingen, handelszaken, bedrijven, … krijgen via deze website een handige toegangspoort. »  

 

Dit geeft aan dat de politieke wil bestaat om vanuit het gemeentebestuur aan te sluiten bij de Internet-revolutie.

 

Op het gebied van de « internet-snelweg » loopt onze gemeente immers nog achter. Op www.zoersel.be staat sinds enige tijd te lezen : « Volgend jaar digitaal door Zoersel ? »

 

In vele gemeenten worden volop inspanningen geleverd om met een webstek van start te gaan. De VVSG stelt reeds : «We stevenen af op een overheid met twee snelheden voor de inwoners van die steden en gemeenten die wel over een officiële website beschikken en de andere. »[8]

 

Het is dus van groot belang dat de Zoerselnaars zo spoedig mogelijk kunnen gebruik maken van een kwaliteitsvolle officiële webstek van de gemeente. Bovendien moeten we verder durven kijken, en werken aan de uitbouw van een echte « e-gemeente », in ons geval: « e-Zoersel ». 

 

Zoals reeds in andere gemeenten gebeurd is, kan hiervoor samengewerkt worden met bedrijven die actief zijn in de sector (bvb. een internet-provider). Bovendien kan bij het uitwerken van « e-Zoersel » gebruik gemaakt worden van de know-how die ongetwijfeld bij een aantal inwoners van Zoersel aanwezig is. Zodoende worden ook zij van bij het begin betrokken bij dit idee, en verkrijgt « e-Zoersel » automatisch een breder draagvlak.      

 

4.2. Actieplan Digitaal Zoersel: Uitwerken van « E-ZOERSEL »

 

Gelet op de « Krachtlijnen voor de bestuursperiode 2001-2006 », en gelet op de voorgaande toelichting, stel ik voor dat :

 

q       De officiële webstek van de gemeente Zoersel zo spoedig mogelijk op een kwaliteitsvolle manier wordt uitgebouwd tot een « full-function » webstek ;

 

q       Een snel en grondig onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheden van de uitbouw van een « e-Zoersel », met o.m. :

 

·        de mogelijkheid voor de Zoerselnaars om een eigen gratis e-postadres te gebruiken van het type « naam@zoersel.be » ;

·        de mogelijkheid voor de Zoerselnaars om gratis aan te sluiten op het internet ;

·        de mogelijkheid voor de Zoerselnaars om hierover opleiding te volgen ;

 

 

 

 

 

Wivina DEMEESTER

5 februari 2001

 

 

 

* * *



[1]  “e-bestuur”: dikwijls wordt voor dit begrip de Engelse term “e-government” gebruikt.  

[2]  “e-gemeente”: dikwijls wordt voor dit begrip de Engelse term “e-community” gebruikt.

[3]  Inladen = downloaden

[4]  “Digitale steden en gemeenten: missen we de boot?”, De Gemeente, augustus/september 2000, nr. 8/9, 20.

[5]  E-post = e-mail

[6]  STEYAERT, J. (red.), “Digitale steden en gemeenten in Vlaanderen. Een stand van zaken”,  Brussel, Politeia, 1999, 14.

Het internetaanbod kent verschillende “gradaties”:

-Presence sites zijn beperkt tot één of enkele beeldschermen met rudiemntaire informatie over de betreffende gemeente of dienst;

-Een information site is een webstek waarbinnen gestreefd wordt naar een ruime publieksgericht informatie-aanbod over de werking en het aanbod van de betrokken openbare dienst. Een goede information site biedt de burger het informatieve gehalte van een klassieke gedrukte gemeentelijke informatiegids, maar een die voortdurend uitbreidbaar is en actueel gehouden wordt.

-Een full function site is een webstek van een nog hogere gradatie. 

[7]  PPS = “Publiek - Private Samenwerking”

[8]  “Digitale steden en gemeenten: missen we de boot?”, De Gemeente, augustus/september 2000, nr. 8/9, 22.