INVESTEREN IN GROENE STROOM : EEN POSITIEVE ZAAK
« We hebben het land niet van onze ouders, we lenen het van onze kinderen », is een uitdrukking die treffend het idee van het « rentmeesterschap » weergeeft. Dit rentmeesterschap kan zich vertalen naar verschillende domeinen: in de overheidsfinanciën heb ik schoon schip gemaakt, zodat er opnieuw een begrotingsoverschot is. In het andere geval moesten we verder blijven lenen van onze kinderen! Maar ook inzake energie moeten we ons verantwoordelijk gedragen.
Daarom vind ik het heel goed dat de « groene stroom » eraan komt. In 2004 moet 3 percent van de totale electriciteitsproductie opgewerkt worden door milieuvriendelijke energiebronnen, bv. door water-of windkracht of zonne-energie.
De overheid moet zijn steun geven aan investeringen in zonne-energie. Indien een gezin bij de bouw van een woning een zonneboiler, zonnepanelen of fotovoltaïsche cellen wil installeren, kost dat nog heel veel geld. Ik vind het daarom heel goed dat de vorige Vlaamse regering heeft beslist om tussen te komen in de kosten hiervan. Het beschikbare geld voor 2000 is in feite reeds op, door het succes van de sensibiliseringscampagne. Voor volgend jaar moet dan ook meer geld ter beschikking komen.
Maar de overheid moet volgens mij ook zelf het goede voorbeeld geven. Bij de bouw van nieuwe kantoor- of andere gebouwen van het ministerie of van de gemeenten, zouden steeds zonne-panelen of dergelijke moeten voorzien worden.
Twee derde van de groene stroom, zal moeten komen van windmolens. Diegene die willen investeren in windmolens worden echter dikwijls geconfronteerd met de rompslomp van vergunningen, en stuiten dikwijls op de weigering van een bouwvergunning. Ook hier moet de overheid maatregelen nemen.