Israël is in oorlog met de Palestijnen. Wat al langer dreigde, wordt dezer dagen werkelijkheid. De verhouding tussen Palestijnen en Israëli’s is dramatisch. Komt het ooit nog goed tussen deze twee volkeren, die toch « veroordeeld zijn om samen te leven? » Van in het begin van mijn politiek engagement heb ik gedroomd van het land Palestina naast het land Israël.
Vermoord in concentratiekampen, de overblijvenden vonden een thuis in Israël. Uit de woestijn werd met veel engagement en samenhorigheid een moderne staat gebouwd. Bedreigd en bevochten door buurstaten hield Israël stand.
Verjaagd, vonden vele Palestijnen een thuis in een… vluchtelingenkamp. Opnieuw verjaagd, verstoten door aanverwante volkeren. Zonder wapens, zonder middelen, vechten de Palestijnen met de moed der wanhoop, met het sterkste wapen: zichzelf offeren. Als volk houden zij stand.
Lange tijd werd het bestaansrecht van Israël door de Arabische buren ontkend. Dat is voorbij, buiten een aantal radicale Islamitische groepen. Israël mag Israël blijven. Maar Israël moet geen « groot-Israël » worden. Ook de Palestijnen hebben recht op een land. Geen « groot-Palestina », maar wel een levensvatbaar land. Wil ook Israël, en premier Sharon in het bijzonder, zich eens duidelijk uitspreken over dit bestaansrecht?
Als de Palestijnen een stukje Palestina willen, en als de Israëli’s een stukje Israël willen, dan moeten zij ophouden met elkaar uit te moorden. En waarom zou er geen oplossing kunnen gevonden voor Jeruzalem? Maak van Jeruzalem een wereldstad, een hoofdstad van verschillende wereldgodsdiensten, onder de gezamenlijke leiding van Palestina, Israël en de wereldgemeenschap.