CD&V maakt werk van toekomstgericht zorgdecreet

 

De toenemende vergrijzing stelt onze samenleving voor  grote uitdagingen. De vierde leeftijd (80+) vormde in 2000 reeds 3,5% van de bevolking, en dit aandeel zal verder stijgen tot 4,9 % in 2010, en 9,7% in  2030. Niet allen de omvang, maar ook de aard van de van de toekomstige zorgvraag zal grondig wijzigen. De wordt mondiger en beter geïnformeerd stelt bepaalde kwaliteitseisen, en wenst zijn autonomie en privacy zoveel mogelijk te behouden.

  Om zorg op maat te kunnen bieden aan de zorgvragen is het noodzakelijk dat de verschillende voorzieningen naar meer samenhang streven, met als doel aan de gebruiker een integraal antwoord te bieden. Het traditionele voorzienings- en aanbodgericht denken  wordt vervangen een vraaggerichte benadering.  Mensen kunnen niet in stukjes gedeeld worden (bvb. een stukje mindervalide, een stukje oudere, een stukje ziek) waarvoor ze dan telkens bij andere instanties en voorzieningen moeten aankloppen. Een goed zorgbeleid moet het dus mogelijk maken dat iemand met een zorgbehoefte niet alleen voldoende geïnformeerd wordt over het zorgaanbod, maar dat hij ook begeleid wordt bij samenstellen van een ‘zorgpakket’ uit een voldoende gedifferentiëerd aanbod. Een zorgpakket dat flexibel is, en dus de nodige continuïteit kan waarborgen.

  Zorg op maat wordt op het terrein nu dikwijls belemmerd door schotten tussen de regelgeving en de financieringswijze. Idealiter zou de Vlaamse Overheid binnen haar bevoegdheden tot één geïntegreerde wetgeving moeten komen  die personen met een verminderd zelfzorgvermogen aanbelangt. We moeten toegeven dat de realisatie hiervan op korte termijn niet realistisch is, en dat dit dan ook in verschillende stappen zal moeten gebeuren.

  Vlaams Volksvertegenwoordiger Sonja Becq stelde eind januari een nieuw zorgdecreet voor waarmee zij een toekomstgericht zorgbeleid wil realiseren, dat met al deze elementen rekening houdt. Het voorstel beoogt binnen de bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap tot een integratie te komen van thuiszorg en residentiële zorg, welzijn, en gezondheidszorg. Het voorstel beoogt in een eerste fase een brug te maken tussen de sectoren, om zo in een latere fase tot één integraal zorgpakket te komen.

  Het voorstel van decreet gaat uit van het recht op informatie, advies en trajectbegeleiding. Opdat de gebruiker zijn weg zou kunnen vinden in het uitgebreide aanbod, voorziet dit decreet in zorgwinkels. Hierbij wordt laagdrempelige informatie en advies gegeven.

  Door een modulair systeem kan de gebruiker kiezen of hij de zorg in natura of in geld wil. Om het recht op geschikte zorg te kunnen verwezenlijken moet de overheid er over waken dat er voldoende, betaalbare en toegankelijke zorg voorhanden is. Daarom moeten  diverse woon- en zorgconcepten, en  zorgnetwerken (voorzieningen die samenwerken en een geïntegreerd zorgaanbod verlenen) gestimuleerd worden.

  Naast een goed zorgbeleid is het uiteraard ook nodig dat het beleid  gericht is op een volwaardige participatie van de doelgroepen (ouderen, personen met een handicap)  aan het maatschappelijke leven, en in het bijzonder aan de beleidsvoering, op de verschillende niveaus. Elke beleidssector moet de gelijkwaardige deelname van deze mensen aan het maatschappelijk leven bevorderen (bvb. onderwijs, tewerkstelling, toegankelijk van gebouwen, mobiliteit). Ook inspraak en beleidsparticipatie behoren tot de rechten en engagementen van gebruikers. Dit is ruimer dan de individuele rechten die in het decreet gebruikersrechten voorzien zijn. De samenleving moet anderzijds ook openstaan voor de zwaksten, die niet meer voor zichzelf kunnen opkomen.

  Mantelzorgers en vrijwilligers moeten via hun verenigingen overleg plegen en ervaringen uitwisselen met professionele zorgverleners en beleidsmakers, een aan deze laatste advies verlenen.

  CD&V wil een zorgzame samenleving, waarin zorg niet louter een consumptiegoed is dat kan worden gekocht, maar  waar aanbieder en gebruikers echt bij zorg betrokken zijn.