Toelichting
bij het goedgekeurde
decreet
voor
enkele bouwvergunningen waarvoor dwingende redenen van
groot
algemeen belang gelden
Op
27 april jl. brachten de Commissies voor Financiën en Begroting en voor
Openbare Werken, Mobiliteit en Energie, samen een bezoek aan de stilgelegde werf
van het Deurganckdok. Alle aanwezige leden waren het na het bezoek erover eens
dat het algemeen belang vereiste om het stilleggen van de werken zo snel
mogelijk te beëindigen, en om zo snel mogelijk de voltooiing van de werken aan
te vatten. Niet enkel de aanwezige
commissieleden waren en zijn hiervan overtuigd, ook steunt deze mening op een
brede maatschappelijke consensus.
De
voltooiing van de werken is dan ook gebaseerd op een aantal buitengewone
omstandigheden:
·
De kostprijs
van het stilliggen van de werken is enorm: 18,4 miljoen per dag, 552 miljoen per
maand, 6626 miljoen per jaar. Over de juistheid tot op de komma kan steeds
gediscussieerd worden, maar de grootte orde is exact. Om u een idee te geven:
Sinds ons bezoek op 27 april, is nog maar eens ruim 3,7 miljard frank kapitaal
verloren gegaan, gewoon weggekieperd in de enorme put die er ligt.
·
Buiten het strikt
cijfermatige, komt daar bij dat het imago
van de Antwerpse haven, en van het Vlaams economisch weefsel als geheel, sterk
geschaad wordt.
·
Het niet in gebruik
nemen van de containerterminals langs het Deurganckdok, heeft een belangrijke
bijkomende trafiek over de weg tot gevolg. Dit brengt belangrijke externe
kosten met zich (ecologisch, congestie van de wegen, …).
·
De rechtszekerheid
is in het geding wanneer de overheid zou stilzitten, terwijl de continuďteit in
de besluitvorming m.b.t. de Antwerpse haven en m.b.t. de uitbouw van het
Linkerscheldeoeverproject dreigt verbroken te worden.
Om
deze redenen stond ik een aantal maanden geleden klaar om trekker te zijn van
een parlementair initiatief dat deze situatie moest ongedaan maken. Het Vlaams
Parlement bestaat nu 30 jaar. In die dertig jaar is de Cultuurraad van toen
uitgegroeid tot de volksvertegenwoordiging van de Vlamingen van vandaag. Het is
dan ook niet meer dan logisch dat, wanneer er een brede maatschappelijke
consensus bestaat om aan de situatie rond het Deurganckdok iets te doen, dat dan
de Vlaamse volksvertegenwoordiging een initiatief hiertoe neemt. De mensen
zouden het niet pikken dat de overheid in deze zaak afwacht en de kop in het
zand zou steken. Dat is het tegendeel van behoorlijk bestuur, dat is zuivere
struisvogelpolitiek. Het uitwerken van het voorliggende decreetsvoorstel, het “voorstel
van decreet voor enkele bouwvergunningen waarvoor dwingende redenen van groot
algemeen belang gelden” is het werk van een slagkrachtig parlement. Daarom
ben ik ook fier dat ik in deze zaak de trekker kon zijn.
De
tekst is met een grote meerderheid in de verenigde commissies Leefmilieu,
Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening, en Openbare Werken, Mobiliteit en Energie
goedgekeurd. Op een intensieve en kritische wijze is deze tekst in deze
verenigde commissie besproken. De tekst heeft de proef goed doorstaan. Ik ben
daarover verheugd, maar was niet verrast.
De
tekst draagt in zich immers een evenwicht, van maatschappelijke, ecologische,
sociale en landbouwelementen t.o.v. economische noden.
Dit evenwicht komt tot uiting door de juridische vertaling van een aantal
uitgangspunten:
·
Het uitgangspunt om
de normale procedures, waar dit mogelijk is, te respecteren en de waarborgen
voor de burger niet uit te hollen;
·
Het uitgangspunt om
de Europese regelgeving na te leven, te waarborgen en waar nodig expliciet te
implementeren;
·
Het uitgangspunt om
de werking van dit initiatief zo beperkt mogelijk te houden, zowel naar voorwerp
toe als naar uitgestrektheid op het terrein, als naar tijd.
Daarom
sta ik voluit achter het bereikte resultaat.
Niemand
beschikt over een zekerheid in dit dossier. Vandaag heeft het parlement echter
een keuze maken. Dit onderscheidt ons, parlementsleden, van de juristen en
onderscheidt het parlement van een vrijblijvend juridisch colloquium. Juristen
hebben de neiging om argumenten voor en tegen steeds af te wegen, zonder verdere
uitspraak te doen. Voor hen is er steeds een “enerzijds” en een
“anderzijds”. Dat is vanuit juridisch oogpunt begrijpelijk, en ook
noodzakelijk. Het verschil tussen de benadering van een jurist en een politicus
is dat de laatste de moed moet hebben om beslissingen te nemen. Voor politici
komt het er op aan om het algemeen belang te dienen, en in dat licht een
evenwichtige keuze te maken. Het goedgekeurde voorstel van decreet dient het
algemeen belang. Dat is mijn oordeel, en mijn keuze.
12
december 2001