Voorstel van Decreet
voor enkele bouwvergunningen
waarvoor dwingende redenen van groot algemeen belang gelden
25 oktober 2001
INLEIDING DOOR WIVINA
DEMEESTER,
voorzitter van de
Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie
Ik ben bijzonder verheugd dat
ik u vandaag mag voorstellen : Het
Voorstel van Decreet voor enkele bouwvergunningen waarvoor dwingende redenen van
groot algemeen belang gelden.
Na de stillegging van de werken aan het Deurganckdok, en
het bezoek dat de leden van de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en
Energie op 27 april aan de werf brachten, nam ik als voorzitter van deze
commissie het initiatief om in de schoot van de commissie een werkgroep op te
richten, bestaande uit parlementsleden van alle democratische fracties, en
technici.
De betrokken parlementsleden waren Jos Stassen en Johan
Marcorps, Robert Voorhamme en Hilde Claes, Herman Lauwers en Jan Loones, Marc
Van den Abeelen en Patrick Lachaert, Ludwig Caluwé en ikzelf.
De werkzaamheden van de
werkgroep hebben geleid tot het opstellen van dit voorstel van decreet, dat nu
bij het Vlaams Parlement wordt ingediend en waar het verder zal behandeld
worden.
Met dit voorstel van decreet
wensen de indieners, Robert Voorhamme, Marc Van den Abeelen, Johan Malcorps,
Hermans Lauwers en ikzelf, het juridisch kader te creëren om de werken aan het
Deurganckdok te kunnen voltooien. Wij zijn ervan overtuigd dat dit juridisch
kader niet alleen noodzakelijk is, stoelt op een brede maatschappelijke
consensus, maar ook gerechtvaardigd is omwille van een aantal buitengewone
omstandigheden :
1.
De economische en budgettaire impact van het stilliggen van de werken ;
2.
De noodzaak tot verdere continuïteit in de besluitvorming m.b.t. de
Antwerpse haven ;
3.
Het herstel van de rechtszekerheid voor de uitbouw van het
Linkerscheldeoeverproject.
Wij zijn ons bewust van het
uitzonderlijk karakter van dit decreetsvoorstel, waarbij de uitgewerkte regeling
op een aantal punten afwijkt van de normale procedures en
rechtsbeschermingsmechanismen. Daarom is het heel belangrijk, te weten dat wij
bij het opstellen van dit voorstel van decreet, vertrokken zijn van de volgende
uitganspunten :
1.
Het uitgangspunt om de normale procedures, waar dit mogelijk is, te
respecteren en de waarborgen voor de burger niet uit te hollen ;
2.
De Europese regelgeving na te leven, te waarborgen en waar nodig
expliciet te implementeren in dit voorstel, en daarom reeds nu aanmelding te
doen bij de Europese Commissie ;
3.
Rekening te houden met alle aspecten van de problematiek en een evenwicht
te zoeken tussen maatschappelijke, ecologische, sociale en landbouwelementen
t.o.v. economische noden ;
4.
De werking van dit initiatief zo beperkt mogelijk te houden, zowel naar
voorwerp toe, naar uitgestrektheid op het terrein als naar tijd ; en
5.
De terugkeer naar de gewone rechtssituatie zo snel mogelijk te
garanderen.
Op basis van deze
uitgangspunten, is een regeling uitgewerkt.
De regeling komt erop neer dat de Vlaamse regering (en
andere vergunningverlenende overheden) worden gemachtigd om bij het verlenen van
stedenbouwkundige en andere (milieu)vergunningen, uitzonderingen te maken op de
bestemmingen van de plannen van aanleg. Zoals reeds gesteld bij de
uitgangspunten, is deze machtiging beperkt zowel naar voorwerp als naar tijd. De
Vlaamse regering verleent de vergunningen volgens de normaal geldende
procedures, zodat inspraakmogelijkheden van belanghebbende burgers gegarandeerd
blijven.
De Vlaamse regering
kan deze vergunningen slechts verlenen na te hebben nagegaan of voldaan is aan
een aantal uitdrukkelijk opgesomde voorwaarden, betrekking hebbende op het
decreet op het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, de MER-richtlijn, de
Habitat-richtlijn en de Vogel-richtlijn.
Indien aan deze voorwaarden is
voldaan, kan het Vlaams Parlement de verleende stedenbouwkundige vergunningen
(niet de andere vergunningen) bekrachtigen bij wege van decreet, waarna de
vergunningen uitvoerbaar worden en de werken aan het Deurganckdok kunnen worden
voltooid.
Dit decreet zal ervoor zorgen
dat de miljoenen die momenteel dagelijks in de bouwput verloren gaan, nu
effectief kunnen geïnvesteerd worden in het dok. De kostprijs van het
stilliggen van de werken, is enorm : 18,4 miljoen frank per dag, 552
miljoen per maand en 6,6 miljard per jaar.
Dit gebeurt in een evenwichtig
uitgebouwd kader, waarbij economische, ecologische, sociale en landbouwbelangen
aan elkaar gekoppeld zijn.
U kan ook de toelichting in de verenigde commissies raadplegen