Gelezen in De
Artsenkrant:
‘Nederlandse
huisartsen krijgen tegenzin van euthanasie’.
Uit een artikel in
het NCR Handelsblad blijkt dat er zich in Nederland een tegenbeweging begint af
te tekenen tegen euthanasie. Vooral bij euthanasieconsulenten (dit is de tweede,
onafhankelijke arts die moet oordelen of een euthanasieverzoek waarachtig,
vrijwillig en duurzaam is) zou de weerzin toenemen, en begint de twijfel toe te
slaan.
Enkele citaten van huisartsen en euthanasieconsulenten:
“Uit onkunde en onwetendheid
worden mensen de euthanasieprocedure ingesluisd aan wie nog heel wat kwaliteit
van het leven had kunnen geboden worden”.
“Als je aandacht jarenlang op euthanasie gericht is geweest, dan heb je soms
een blinde vlek voor andere mogelijkheden”.
“Er zijn mensen aan euthanasie doodgegaan
van wie ik denk: als ik toen wist wat ik nu weet, dan was het anders
gelopen”.
Uit deze evolutie blijkt dat er met euthanasie maar beter zeer voorzichtig kan
worden omgegaan. Het wetsvoorstel zoals dat in de Senaat in ons land is
goedgekeurd beoogt de ‘normalisering’ van euthanasie als praktijk. Het
voorstel gaat veel verder dan hetgeen vele mensen onder euthanasie verstaan. In
het voorstel wordt euthanasie immers ook mogelijk bij niet terminale patiënten,
bij psychisch lijden, of bij mensen die geen wilsuiting meer kunnen doen, maar
niet noodzakelijk fysiek lijden (ik denk bvb. aan dementerende ouderen). Voor
CD&V kan euthanasie enkel een noodoplossing zijn indien menswaardig sterven
op geen enkele andere manier mogelijk is. Euthanasie moet evenwel een
uitzonderlijk gebeuren blijven. Daarom moet het in het strafrecht blijven.
Voor CD&V is een goed uitgebouwde palliatieve zorg een absolute prioriteit.
Nadat de Senaat de legalisering van euthanasie goedkeurde schrapte minister van
Sociale Zaken Vandenbroucke meer dan de helft voor palliatieve zorg in de
rusthuizen. Dat vinden we onaanvaardbaar. Hierdoor wordt euthanasie verkozen
boven de wil voor mensen te zorgen tot het einde van hun leven.