BEGROTING 2002 IS NIET REALISTISCH
Na
de aanslagen op 11 september, was ik ervan overtuigd dat de Vlaamse regering de
door haar opgestelde begroting voor 2002 in de prullenbak moest gooien. Het
cijferwerk van de vakantiemaanden was immers hopeloos achterhaald. De
economische knipperlichten die voordien reeds op oranje stonden, werden resoluut
op rood gezet.
Drie
maanden later blijft de Vlaamse regering echter halsstarrig en tegen beter weten
in vasthouden aan de oorspronkelijk opgestelde begroting. Vlaams minister van
Begroting Dirk Van Mechelen erkent dat de cijfers niet meer kloppen, maar
verschuift dit probleem naar de begrotingsherziening van volgend jaar.
De Vlaamse regering voert hiermee een struisvogelpolitiek! Elke dag dat
gewerkt wordt met een foutieve begroting, betekent minder ruimte om kredieten te
heroriënteren, en dus een moeilijkere begrotingsronde volgend jaar. Of
speculeren de ministers reeds op vervroegde verkiezingen…?
Ook
vóór 11 september stonden de lichten al op oranje. De conjunctuurindicator van
de Nationale Bank daalde reeds in juni 2000. Het concurrentievermogen van
Belgische bedrijven was sinds twee jaar op zijn retour (de loonkosten per
loontrekker stijgen trouwens in 2000 en 2001 2% sneller dan in onze buurlanden).
Verschillende bedrijven slankten af (Opel Belgium, Agfa-Gevaert, Belgacom, KBC,
CM, enz.). Het tempo waarmee de werkloosheid afnam, slabakte. Het
consumentenvertrouwen was sinds februari reeds aan het dalen.
Reeds in
juni en nadien hadden de ministers moeten voorzien dat slechtere tijden in
aantocht waren. In de voorbije periode had men geen werk gemaakt van een
vooruitziend begrotingsbeleid. Integendeel, in een paar jaar had men 254 miljard
nieuwe middelen erdoor gejaagd. Elke vrije beleidsruimte voor toekomstige
noodzakelijke initiatieven, was hierdoor opgebruikt. Men bleef kiezen voor een
te sterke uitgavenstijging. Men bleef werken met betalingskredieten in plaats
van met beleidskredieten, wat tot gevolg heeft dat voorziene toekomstige
uitgaven niet worden ingeschreven in de begroting. De begroting laat nu soms
enkel de neus van de kameel zien, terwijl de rest achterwege blijft…
Vanaf 11
september staan de lichten op rood. De conjunctuurindicator bereikt haar laagste
peil sinds 1995. Het vertrouwen van de ondernemers zakt verder weg. De export
daalt fors. Het aantal faillissementen stijgt met ruim 10%. De werkloosheid
stijgt voor het eerst in zeven jaar. Sinds begin dit jaar verloren 24.000
Vlamingen hun job! Het consumentenvertrouwen zakt verder weg, en daalt sterker
dan in andere EU-landen.
En
nog willen sommige ministers de realiteit niet zien. Minister-president Dewael
poneert in De Standaard van 1 december jl. dat « de
economie iets is wat nu eens omhoog en dan weer omlaag gaat. », en « er
eigenlijk geen groot probleem is ». In een handomdraai verwerpt hij
laconiek de fundamentele kritiek van de Sociaal-Economische Raad voor
Vlaanderen: «De SERV heeft de verdienste er af en toe volkomen naast te zitten ».
Knack schreef onlangs dat « het optimisme van premier Verhofstadt pathologische proporties
begint aan te nemen ». Zou ook wapenbroeder Dewael aan dezelfde kwaal
lijden…?
Sommige
onbesuisde beloften zijn gepromoveerd tot politieke fetisjismen. De afschaffing
van het Kijk- en Luistergeld neemt 60 miljard in beslag tot 2004. Dit geld zou
veel beter gebruikt worden om jaar na jaar een inspanning te doen voor
mobiliteits- en infrastructuurinvesteringen, net zoals de vorige regering de
bedragen voor het wetenschappelijk onderzoek jaarlijks liet stijgen. Dit komt op
termijn veel meer ten goede aan het algemeen belang dan de afschaffing van het
Kijk- en Luistergeld. En zelfs de openingstax voor cafés moet eraan geloven. De
kostprijs hiervan, 400 miljoen, zou beter aangewend worden om onze wegen
veiliger te maken.
Intussen
tonen een aantal feiten glashelder aan dat de begroting 2002 volledig fout
geraamd is :
·
In de begroting wordt uitgegaan van een groei van 1,8% in 2001 en 2% voor
2002. Dit is veel hoger dan de recente prognoses van resp. 0,8% en 1,3%.
·
De uitgaven zullen intussen veel sneller stijgen dan officieel wordt
toegegeven. Minister van Begroting Van Mechelen stelt dat de kredieten slechts
met 1,4% stijgen. De cijfers worden echter getrukeerd: De afcentiemen van vorig
jaar, wat een uitgave is, worden vervangen door minder inkomsten via de
fiscaliteit. Bovendien worden een aantal reële uitgaven buiten de door de
regering vooropgestelde norm gelaten (bv. de onderwijs-CAO en de CAO in de
welzijnssector). Als men hiermee rekening houdt, dan stijgen de uitgaven met
maar liefst 5%.
·
Een aantal besparingen (bv. op het Mina-fonds) zijn slechts eenmalig, en
zullen een volgende keer dus ergens anders vandaan moeten komen. De
terugverdieneffecten van de verlaging van de registratierechten, worden veel te
optimistisch ingeschat. Er zijn onvoldoende middelen ingeschreven voor de
bekostiging van de overdracht van de landbouwbevoegdheid naar Vlaanderen. Het
onderwijsbudget heeft geen rekening gehouden met het bijkomend vakantiegeld en
eindejaarspremie voor het personeel van de universiteiten. Aquafin zal een
bijkomende BTW-factuur moeten betalen, omdat het onderhevig is aan het
21%-tarief.
Intussen
is er geen geld uitgetrokken voor een aantal noodzakelijke toekomstgerichte en
duurzame investeringen, bv. voor het Masterplan Antwerpen en levenslang leren.
Minister van Mobiliteit Stevaert verkiest 60 miljard uit te geven aan de
afschaffing van het Kijk- en Luistergeld terwijl het 15 jaar zal duren vooraleer
vele honderden levensgevaarlijke fietspaden en wegen zullen beveiligd worden.
De
meerjarenbegroting zal aantonen dat de 254 miljard beleidsruimte volledig
opgesoupeerd is. Zelfs na een absoluut onrealistische lineaire besparing op alle
uitgavenposten, zal de meerjarenbegroting nog steeds een negatief primair saldo
tonen. Het Masterplan Antwerpen, de vergrijzing in het onderwijs (oudere
leekrachten verdienen meer en kosten dus meer), de BTW-factuur voor Aquafin, en
andere noodzakelijke uitgaven, zijn dan zelfs nog niet in de meerjarenbegroting
meegerekend.
Een
begroting moet een zo nauwkeurig mogelijke raming zijn van de te verwachten
inkomsten en uitgaven. De Vlaamse regering is er zich van bewust dat de
voorgestelde begroting hieraan niet beantwoordt. Deze struisvogelpolitiek legt
een hypotheek op de Vlaamse staatsfinanciën, en zal mogelijk leiden tot een
verlaging van de rating door Standard & Poors.
Ik
pleit dringend en met aandrang om opnieuw een begrotingsnorm in te voeren op
basis van beleidskredieten, en niet op basis van betalingskredieten zoals
vandaag het geval is. Hiermee wordt het onmogelijk om nog « kameelneuzen »
in te voeren, kan een buffer worden aangelegd om een a-cyclisch beleid te
voeren, om zodoende intertemporele neutraliteit te garanderen. Hiermee kan
opnieuw een orthodox en toekomstgericht Vlaams begrotingsbeleid gevoerd worden,
dat tegen tegenslagen bestand is.
- 19 december 2002 -